Search

Archives

Pages

Op mijn desktop:

Suggesties, commentaar, ... (klik of schrijf zelf:)e-mail webgang
Laatste titels:

Of Arabia

WebGang blog ** May 7th, 2009 by Lydia **

Lydia’s verslag over haar reis door het Midden Oosten (Egypte, Israël en de Palestijnse Gebieden, Jordanië, Syrië, Libanon en Turkije).

De Dode Zee

Van de drijvende ervaringen op de Dode Zee tot de Koerdische gastvrijheid in Diyarbakir.
Moderne Turkse muziek vulde de pauzes op:

  • Beduk – Better Than My Baby
  • Hayat Arabamla – Sagopa Kajmer
  • Zakkum – Zehri Zakkum

Een van de verslagen uit Luxor (Egypte), waar de toeristen en de lokale bevolking perfect op elkaar afgestemd zijn lees je hieronder.

We zitten in Luxor, het oude Thebe. Een stad vol historische rijkdommen en hele grote schepen die toeristen uitbraken om ze dan weer lustig naar binnen te spelen.

Ik ben terug verenigd met Sam, wat me best deugd doet. Met hem aan mijn zijde voel ik me meer op mijn gemak en heb ik mijn lachmaatje weer terug, die me op stille momenten weer luid maakt.

In Aswan hebben we de Philae tempel bezocht.

Het is steeds een gek gevoel om van die eeuwenoude gebouwen te betreden. Ook al weet ik dat de sfeer van toen al lang weggetrappeld is door de miljoenen toeristenvoeten, ik voel me steeds weer een voyeur daar waar vroeger gewone mensen niet binnen mochten.

Hier in Luxor bezochten we de Valley of the Kings (waar 62 graftombes liggen van grote koningen), de Valley of the Queens (waar de vrouwen en jonge zonen hun graftombes liggen), de tempel van Hatshepsut (een vrouw die ooit geregeerd heeft en zich dat kon permitteren omdat ze de bevolking onder andere had verteld dat ze de dochter van de god Hathor was, en zich als man verkleedde) en de Colossi of Memnon.

Ik kan nu schermen vol vullen met de hele uitleg over die gebouwen en wat ze betekenden en hoe ze er nu uitzien, maar dat ga ik jullie besparen.
Om eerlijk te zijn, ik kan zelf echt niet meer volgen wie al die goden, farao’s en koningen waren, laat staan ze uit elkaar houden.
Ik weet wel dat het echt machtige monumenten zijn, waarin je je plots heel klein en toch magisch voelt.
Toeristen kruipen er als mieren overheen en proberen alles in hun camera te proppen, bruusk rondturend om zeker geen enkele kruimel steen te missen.
Op een avond hebben we Karnak bezocht, waar een sound- and lightshow werd geprojecteerd op de muren van de oeroude zuilen en basilieken.
Sam en ik hebben zo erg gelachen.
Projectie op een groot beeld van een farao, dan een zwaarmoedige stem:
‘I am the statue of a man from who the name is lost…‘
En die toeristen maar foto’s trekken.
Maar ik denk dat we vooral hebben gelachen met de kleine Japanner die voor ons uit huppelde met een pillamp op zijn voorhoofd en een trekrugzak.

Daarnet maakten Sam en ik een wandeling langs de Nijl, en ik werd lastig bij het zien van de grote boten die er stonden.
Er kwam een jong kereltje naar ons toe die vroeg of we wilden zeilen. We weigerden vriendelijk, want daar hangt altijd wel een financiele compensatie aan vast.
Dus begon hij maar een babbeltje. Hij klaagde over de grote touroperators die zelf tochten organiseren op de Nijl, zodat zij geen klanten meer hebben.
Hij wist ons ook te vertellen dat ze regelmatig naar het politiekantoor moesten om te bewijzen dat ze een licentie hadden. Toen kwam er een politie in burger aan die hem en enkele anderen van de zeilbootjes meenam.

Het is hier echt een aaneenrijging van situaties, en op het einde van de dag blijft er een gevoel over. Aan de hand van dat gevoel probeer ik een evaluatie te maken.
Vanavond voel ik me vooral geërgerd. Het is zo vermoeiend om steeds aangeklampt te worden, overal.
Vanaf je een voet buitenzet komen jongens en mannen naast je gelopen, die een minuut met je willen babbelen. Die babbel eindigt altijd met het een of ander dat ze willen verkopen.
Of er komt een kar met paard naast je gegalopeerd die je wil rondrijden voor de beste prijs. Zelfs als je zegt dat je gewoon wil wandelen blijven die nog een tijdje achter je aan gaan. Taxi’s, verkopers, Nijlvaarders, … het is echt heel heel vermoeiend.
Je moet ook op alles afbieden, maar echt op alles!
Een fruitshake kost plots vier keer zo veel, een thee drie keer, een broodje falafel tot tien keer zo veel.
En nee het is op zich niet heel duur, en als je het in perspectief ziet met wat ze hier verdienen en hoe arm ze hier leven, zou je het zo geven en er nog een kwak bovenop smijten.
Maar dat kan je dan ook weer niet maken.
Als je weigert krijg je soms een lach, maar ook wel regelmatig een vieze of verontwaardigde blik.
En om 100 keer op een uur uit te leggen dat je nog een hele weg te gaan hebt en moet besparen, dat is onbegonnen werk.

Op een bepaald moment kwam er een klein meisje van 9 jaar naar ons toe, ze sprak wat Engels.
Het was een erg schattig meisje, en toen ik vroeg waarom ze zo laat nog op straat rondliep, zei ze dat haar moeder haar had achtergelaten en dat ze om 1u terug naar huis kon. Ze had zakdoekjes vast om te verkopen maar ze vroeg niets.
Ze nam de fiets van een ander kindje en begon wat rondjes te rijden.
Dan kwam ze naar ons en vroeg geld.
Sam en ik, die net een heel gesprek hadden gehad over het aanmoedigen van het prototype van de toerist en de onschuld van een kind dat eigenlijk moet spelen om zijn plezier, weigerden.
Ze zei toen dat ze toch voor ons gefietst had.
Het was zo een vreemde triestige situatie. We wilden geen geld geven, want we wilden dit niet aanmoedigen. We hadden ook geen snoep bij, dus we konden niets anders geven.
En terwijl we naar het hotel wandelden vroeg ik me af of ik nu een goed of slecht mens was…

Hier in Egypte beland je in een soort van innerlijke strijd.
Je wil niet de arrogante rijke toersit zijn, maar je bent het wel.
Waar is de waardigheid, als je 100 EP betaalt om tempels te bezoeken, en dan erna 7 EP te veel vindt om een broodje te eten aan een lokale eetstand?

Ik probeer mijn glimlach zo ver mogelijk te verspreiden, maar als je door stegen en souks wandelt en je kan geen stap meer zetten omdat je omsingeld wordt door verkopers die beweren de beste prijs te hebben, kan je niet anders dan uiteindelijk je glimlach te vernietigen en de mensen af te snauwen. Ik ben echt al enkele keren heel arrogant geweest. Maar die arrogantie is wel een reactie op een verstikkende situatie waarin je belandt.

Daarna ga je dan terug op zoek naar je nederigheid, je respect, je geduld, je lach, je spontaniteit, je zekerheid en je begrip.
En je vindt ze wel, je kan ze zo terug recht zetten, maar dan kom je weer in zo’n situatie terecht en dan vallen ze weer om.

Het is een continue zelfreflectie die uiteindelijk niet meer overzichtelijk is.

En bij de vraag wiens schuld het is kan ik niemand met de vinger wijzen, want het is een visieuze cirkel.
De toerist heeft geld, de mensen hier niet. De toerist wil niet te veel betalen en vooral niet afgezet worden, de mensen hier willen veel verdienen en dat doen ze door toeristen af te zetten.

Ik voel me in Toeristan, waar geld aan de macht is en de hele bevolking inclusief toeristen er massaal op stemt.

Hoe zou je zelf zijn moest je elke morgend opstaan met de verantwoordelijkheid een heel gezin te onderhouden en toerisme is de sector waar het meeste te verdienen valt?

Hoe zou je zelf zijn moest je elke ochtend opstaan om te gaan werken en in een sleur belanden, en weten dat er ergens een plek is waar je kan genieten van twee weken zon en leven voor een spotprijs?

Het is iets wat me hier erg bezighoudt, die twee werelden proberen te begrijpen. Het is niet simpel.

Ik troost me met de gedachte dat misschien de vraag op zich wel het juiste antwoord is…

Lift ^ | Lift v | Comments Off

Comments are closed.