Modulaire smartphone
Google werkt nog altijd voort aan zijn project Ara, waarbij het nu voor het eerst een video toont waar een opstartend apparaat te zien is.
(http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=4qsGTXLnmKs#t=0)
Op het filmpje wordt een rechthoekig apparaat samengebouwd uit 5 andere rechthoekige onderdelen. Die schuiven in de behuizing en hebben contactpunten vergelijkbaar met de sim kaart.
Google is niet het enige bedrijf dat aan een modularie smartphone denkt, en het werkte ook samen met partners.
Het idee leek eenvoudig: maak een modulair alternatief voor die tegen elkaar op concurrerende smartphones met allerlei opties die je niet gebruikt, en soms zelfs niet wil. Zo zijn er bedrijven waar je niet binnenmag met een smartphone met een camera. Of sommige gebruikers zullen hun gsm nooit als muziekspeler gebruiken. Als je een modulaire smartphone maakt, zou je enkel die onderdelen aanschaffen en samenbouwen die je werkelijk nodig hebt of wil. Vergelijk met een pc: dat toestel werd juist door zijn modulaire opbouw zo populair: je hebt een moederbord met een aantal insteeksloten waar je de processor, grafisch kaart en andere uitbreidingen inbouwt naargelang je behoeften.
Maar de praktijk blijft moeilijker. De pc is dan wel modulair, tegenwoordig is hij wel ingehaald door de populariteit van laptops, netbooks, tablets en … smartphones. De draagbaarheid is een belangrijker argument geworden dan de modulariteit, die vervangen is door integratie. Het is dapper om in de andere richting te gaan, maar al snel moest het Ara team bv vaststellen dat het tot 50 % van de ruimte nodig heeft om die modulariteit mogelijk te maken. Ook de electronica moet anders opgebouwd worden, en een chipfabrikant maakt nu speciale chips voor deze modulaire smartphone.
In januari is er een eerste conferentie gepland rond dit project, en die richt zich specifiek naar programmeurs en ontwikkelaars. Want ook de software moet aangepast worden natuurlijk.
Blij met een dode muis
(retro artikel)
Meer dan 30 jaar geleden, in 1983, werd op de Aspen International Design Conference een tijdscapsule samengesteld; er werden voorwerpen in een ongeveer 3 a 4 meter lange buis gestoken, die werd verzegeld en een paar meter onder de grond begraven. Het thema was “The Future isn’t what it used to be” (de toekomst is niet meer wat ze geweest is), en het was de bedoeling om na zo’n twintig jaar de tijdscapsule terug boven te halen. In die tijd werd bv uitgekeken naar het symbolische jaar 2000, maar met de milenium bug en de Euro had de IT sector wel wat anders te doen dan “terug te kijken naar de toekomst”.
Bovendien was de grond waar de tijdscapsule begraven was, ondertussen van eigenaar veranderd, en was het landschap veranderd, en werd het dus zelfs voor wie wist waar ze lag moeilijk om ze te localiseren. De eigenaars van de grond waren ondertussen wel op de hoogte van het bestaan van de tijdscapsule, maar ze wilden niet dat hun grond als door een hoop mollen zou behandeld worden. En er waren geen documenten voorhanden die de juiste locatie beschreven. Een krantenartikel van 2010 maakte melding van de capsule, en John Celuch begon toen contactinformatie te verzamelen van mensen die op die conferentie aanwezig waren en iets konden weten over de tijdscapsule.
Een foto van de tijdscapsule voor ze in de grond ging kan je
zien op LifeLibertyTech (http://lifelibertytech.com/)
Uiteindelijk lukte het om genoeg informatie te verzamelen en werd een event georganiseerd in de vorm van tv-opnames voor National Geographic om de buis op te graven. Met behulp van wat apparatuur om in de grond te speuren, kon het team de buis opgraven met een graafmachine. De buis werd opengeslepen met een slijpschijf. Binnenin zaten perfect bewaarde plastic zakjes met allerlei voorwerpen. De hilariteit was het grootst toen er een plastic zakje tevoorschijn kwam met een muis. Niet zomaar een muis; de muis die Steve Jobs gebruikt had bij zijn presentatie op die conferentie van 1983; de muis van een Lisa computer, bekend als “de eerste muis”.
De Lisa computer werd genoemd naar de eerste dochter van Steve Jobs, Lisa Jobs, en was de eerste zakelijke computer met muis, en verder twee floppy drives en een echt office pakket. Hij was gebaseerd op een Motorola 68000 processor, een die vervolgd kende in andere processoren die Apple jarenlang in zijn computers bleef gebruiken, en die een groot verschil vormde met de opkomende IBM-pc. Het grote geheugen, en vooral het prijskaartje vormden een ander groot verschil, en de Lisa werd geen commerciëel succes.
Geen vraag nodig
De geheime dienst GCHQ in Groot-Brittanië zou toegang hebben gehad tot veel meer gegevens dan tot nu toe bekend.
Door juridische procedures na de onthullingen van Snowden, is een groep van organisaties waaronder Amnesty International meer te weten gekomen. Zo blijkt dat de GCHQ onbeperkt toegang had tot grote massa’s gegevens die ze van Amerikaanse inlichtingendiensten konden bekomen. Maar niet alleen van Amerikaanse, maar ook van andere buitenlandse inlichtingendiensten werd data verkregen, opgeslagen en gebruikt zonder expliciete opdracht van een onderzoeksrechter. Behalve van buitenlandse inlichtingendiensten is nog sprake van “corporate partnerships”, samenwerking met grote bedrijven dus.
De laatste onthullingen relativeren dan ook de sterke uitspraken van kopstukken van de geheime dienst, als “Wij houden ons niet bezig met zo’n zaken als massief data bijeen spioneren” en “voor ieder vraag die wij stellen aan een buitenlandse inlichtingendienst wordt eerst een toestemming gevraagd”.
Nu blijkt dat ze geen data moeten verzamelen, maar dat ze gewoon de data van de Amerikanen kunnen gebruiken, en dat ze geen toestemming moeten vragen voor opvragen van data omdat ze doorlopend toegang hebben.