Search

Archives

Pages

Op mijn desktop:

Suggesties, commentaar, ... (klik of schrijf zelf:)e-mail webgang
Laatste titels:

Wortels van vrijheid

Uitzending do 18:00 ** March 19th, 2015 by wim.webgang **


Manifest 30 jaar oud

Het is 30 jaar geleden dat Richard M. Stallman het GNU manifest publiceerde in Dr. Dobbs’s Journal of Software Tools. Dr Dobbs is onlangs opgedoekt, maar van de vrijheid die Stallman nastreefde kunnen we nog steeds genieten.

Het manifest was het startschot voor het ontstaan van de “Free Software Movement”, de vrije software beweging.
Die kwam voort uit de frustratie van gebruikers met de manier waarop fabrikanten van hard-en software hun gebruikers hinderden in het gebruik van de toepassingen door monopolistische praktijken. Praktisch uitte zich dat in het niet kunnen draaien van toepassingen van de ene computer op de andere. Dat ging dan dikwijls over zelfgemaakte toepassingen op de universiteitscomputer. Door combinatie van gebrekkige documentatie, gebrek aan bijgeleverde broncode, verbod om een kopie te maken, verbod via licenties om bestaande code te gebruiken of aan te passen, enz.
Richard Stallman maakte een goede analyse van het probleem, en ontwikkelde het idee hoe het dan wel zou moeten zijn om de gebruiker zijn rechten terug te geven.

In principe kwam het erop neer dat de programmeurs en gebruikers zouden afspreken om de software altijd op een open en vrije manier te kunnen gebruiken en delen. Hij nam ontslag op de afdeling Kunstmatige Intelligentie van de universiteit van Massachusets, en begon met een aantal ander programmeurs aan zijn “weggeef”-systeem dat hij GNU doopte: Gnu is Not Unix. Door te zeggen wat het niet was, gaf hij wel mee wat het wel was: zoals unix, maar dan vrij.

Hij richtte de “Free Software Foundation” op, die ondertussen ook een Europese afdeling heeft.

Samen met een jurist werkte hij een licentie uit: de Gnu Public License, ook de “copyleft” licentie genoemd.

Een aantal programmeurs begonnen te kiezen voor die licentie, of voor één van de andere licenties die rond dezelfde periode ontstonden. Die boden iets minder garanties voor de rechten van de gebruikers, maar zorgden er nog wel voor dat de broncode “open source” en dus beschikbaar was.

Op universiteiten werd er tussen gebruikers van unix-systemen al heel wat uitgewisseld, en werden een aantal serverprogramma’s met de GPL licentie en en/of open source licenties de standaard in hun gebied van e-mail, webservers, enz.

Ondertussen had de democratisering van de personal computer en de daaruitvolgende explosie van gebruikers ervoor gezorgd dat ook gewone desktopgebruikers met de problematiek geconfronteerd werden.

Het aanvankelijk enthousiasme om teksten te kunnen bewaren, bewerken en afdrukken, om grote berekeningen te kunnen doen in een rekenblad, of om eigen basic programma’s te schrijven voor boekhoud- of speldoeleinden, werd getemperd door incompatibiliteitsproblemen. Programma’s op één platform bestonden niet op een ander platform, de gegevens van de gebruikers geraakten gevangen in een bestandsformaat van de fabrikant van de software, en de gebruikers werden als een verslaafde van de ene software update naar de andere gedwongen. Bovendien leken ze gevangen te zitten in het systeem waarmee ze werkten; overstappen naar een ander systeem werd zo goed als onmogelijk gemaakt door incompatibiliteit van programma’s en bestandsvormen.

En ook op de desktop begonnen open source en GPL programma’s opgang te maken, zoals Mozilla’s Firefox webbrowser, OpenOffice, enz.
Voor professionele gebruikers bloeide ondertussen Linux op: een vrij Unix systeem, dat zowat alle bestaande Unix servers en werkstations begon te vervangen. Voor desktop gebruikers boodt het een stabiele en efficiente desktop, met bovendien een in de commerciële software wereld ongeziene vrijheid en keuze van desktop systemen en software.

Lift ^ | Lift v | Comments Off

Comments are closed.