Search

Archives

Pages

Op mijn desktop:

Suggesties, commentaar, ... (klik of schrijf zelf:)e-mail webgang
Laatste titels:

Generieke naam

Uitzending do 18:00 ** April 20th, 2017 by wim.webgang **

Een snapchatje doen
Een bedrijf dat een succesvol produkt op de markt zet, komt soms op een punt dat hun produktnaam zoveel gebruikt wordt, en zo geassocieerd wordt met het gebruik zelf, dat de produktnaam als algemene term gebruikt wordt. Oude voorbeelden zijn Bic, nieuwer voorbeeld is Googelen. Niemand die iets op internet opzoekt zegt “Bingen”. Zoekfunctie Bing was Microsoft’s manier om Google aan te vallen: zelf een zoekmachine maken, die ze konden verspreiden via hun dominante positie op de desktopcomputers. Meer dan tien jaar later is Bing nog altijd maar een marginale zoekmachine. Maar toch heeft het ook een status van “generieke” term bereikt. Op internet zie je nu bv de uitspraak: “Facebook heeft zijn Bing-moment”. Facebook is bezig met alles wat Snapchat doet te kopieren in zijn eigen sociale netwerksite, om gebruikers weg te houden bij Snapchat, of zelfs terug te winnen. Dat soort reakties lijkt dikwijls gedoemd om te mislukken, en dat is wat de term “Bing moment” naar verwijst. Proficiat, Microsoft!

Microsoft had in het verleden wel een geslaagde poging gedaan om een concurrent onderuit te halen met behulp van zijn monopoliepositie van Windows op de PC. Toen het leek dat ze de internethype gingen missen, bouwden ze snel hun eerste Internet Explorer. Op dat moment was Netscape Navigator de beste browser, die bovendien beschikbaar was op alle computerplatformen, Mac, Windows, en Unix-achtige werstations. Microsoft maakte Internet Explorer vast onderdeel van Windows, dus iedereen had vanzelf die browser op zijn pc, en zorgde ervoor dat de gebruikers er niet rond konden. Terwijls Netscape apart moest aangeschaft worden, was de prijs van Explorer verstopt in de aankoop van de computer, want in die prijs zit de hele Microsoft software bij in. Ook toen Netscape gratis werd, was het al te laat; ze werden van de markt gedrukt, en op het graf van Netscape werd nadien de open source Mozilla Firefox gebouwd. Ook Google maakte zijn eigen browser, en dat is beter gelukt. Zij deden dat als reaktie op de zoekmachine van Microsoft. Microsoft kon Bing de standaard zoekmachine maken in hun monopoliesterke Internet Explorer, en dan zou Google zijn zoekopdrachtenstroom zien opdrogen. Hun naam was echter sterk genoeg, en Microsoft zag waarschijnlijk knarsentandend hun gebruikers in Bingel intikken: “Google”, om daarna in Google verder te gaan zoeken. Het feit dat MS hun zoekmachine eerst MSN Search of zo noemde, droeg daar natuurlijk aan bij. Google deed net het omgekeerde, ze veranderde niet hun zoekmachine van naam, maar hun bedrijf. Google had naast zijn zoekmachine ondertussen nog zoveel andere aktiviteiten, dat ze een een extra bedrijf boven Google maakten, met de naam Alphabet, en onder die koepel staken ze dan alle andere zaken.

Maar ook Google had zijn Bing-moment. Ze zagen dat Facebook veel reklame-inkomsten begon aan te trekken binnen zijn sociale netwerkplatform, wat de adverteerders heel dicht bij de mensen bracht. Toen richtten ze hun eigen sociale netwerk op: Google +. Dat was in beperkte kring wel een klein succesje, maar op lange termijn een flop.

De meest succesvolle bedreiging voor een grote speler, blijkt niet een kopie van de eigen dienst te zijn, maar wel een kleine omwenteling die de relevantie ervan vermindert. Omwentelingen als Windows-pc tegenover internet. In het begin van de internet tijd maakte Sun nogal luidruchtige reklame met “The network is the computer”. Toen heeft Microsoft zich even verslikt, en er vakkundig mee voor gezorgd dat de twee “internet” spelers: Netscape aan de gebruikerskant, en Sun aan de serverkant, wel, van kant gemaakt werden. Sun trok het nog het langst, en deelde een lelijke steek uit aan Microsoft door een gratis officepakket te verspreiden, StarOffice, wat nu voortleeft als de neefjes Open Office en Libre Office. Maar Sun had zelf een omwentelingsprobleem. Zij waren de dominante speler op servergebied met hun eigen Solaris unix en dure servers, maar werden daar in de tang genomen door opkomende goedkopere serverplatforms zoals als Linux. De bedreiging kwam niet van het nabouwen van goede dure Sun-servers. De omwenteling was dat een goed unix-achtig systeem open source en vrij beschikbaar was, en kon draaien op veel goedkopere standaard pc’s en servers. Hun mooie en dure servers waren gewoon niet meer relevant; een internetgebruiker *ziet* de server immers niet, als het maar werkt. Spartelend probeerde Sun nog zelf over te schakelen naar open source, ondermeer door hun Solaris te open sourcen, Solaris voor pc’s uit te brengen, enzovoort, maar het eindigde als makkelijke prooi voor Oracle.

Oracle is zo’n andere grote, die lang onopvallend in de achtergrond groeide met zijn databanksoftware voor grote bedrijven en overheden. Als je gebruiker bent van zo’n database, heb je massa’s gegevens. Die zijn niet zo gemakkelijk over te zetten naar een andere databank, vooral als je dan ook je programma’s allemaal moet aanpassen. Vaste en trouwe klanten, een heel rendabele zaak. Oracle wist meestal wel handig de klippen te omzeilen, misschien ook wel omdat hun topman een ervaren zeiler is. Toen de leverancier van één van de grote serversystemen waar hun databank op draait in de problemen kwam, namen ze hem over: juist, Sun. En ze zorgden dat hun databank ook goed draaide op Linux. Toen ze ruzie kregen met een van de Linux distributeurs, richtten ze hun eigen Linux op. En toen open source databank MySQL wat populair werd, en in handen kwam van een serverfabrikant, namen ze die over, dat kwam goed uit want dat was diezelfde Sun. Ze hebben het voordeel dat de evolutie aan de binnenkant van het internet soms wat trager gaat dan aan de oppervlakte. Gebruikers zijn volatiel, en om de paar jaar kan de hele gebruiks-oppervlakte veranderd zijn.

Google heeft daar juist gebruik van gemaakt met hun Android-omwenteling. De pc werd minder relevant toen een groot aantal gebruikers smartphones in handen kreeg die niet alle programma’s zelf moeten draaien, maar gebruik maken van online diensten; de perfecte “fit” voor Google. Dat werd nog uitgebreid met tablets, die de tussenruimte met de pc nog kleiner maken. En uiteindelijk Chromebooks, een soort lichte laptop die werkt als een tablet, zo veel mogelijk onine dus. Als kern voor die apparaten gebruikt Google Linux, dat ze goed kenden omdat het ook de kern is op hun eigen servers. Daarop legden ze een Android laag die ze lieten gebruiken en aanpassen door veel verschillende smartphone fabrikanten, zodat Android verspreid werd. Een beetje zoals ms-dos zich verspreidde op de eerste pc’s.

Een van de slachtoffers in de omwenteling van dos-computers naar windows computers was Wordperfect. Al die gespecialiseerde softwarepaketten van aparte fabrikanten die zich concentreerden op één type toepassing, bv tekstverwerking, rekenblad, enz, werden van de markt verdrongen door de combinatie Windows-MSOffice. MS-Dos was niet meer relevant, en de fabrikanten van de Dos-programma’s keken toe hoe Microsoft zijn windows platform uitbracht, en er zelf ook de meestgebruikte programma’s voor begon te verkopen. Dat deden ze soms in een aantrekkelijk bundel, of of met probeerversies die vooraf geïnstalleerd werden op nieuwe computers. En door onderwijs goedkope bundels en/of gratis versies te geven zodat de leerlingen massaal richting Microsoft produkten geduwd werden. Wat nu trouwens nog gebeurt.

Lift ^ | Lift v | Comments Off

Comments are closed.